Wanneer krijg je een echo aangeboden?
Op verschillende momenten in de zwangerschap krijg je een echo op de praktijk óf krijgen jullie uitleg over mogelijke screeningsonderzoeken. De meeste echo’s worden vergoed door de zorgverzekering.
De eerste echo zal rond de 8 weken van de zwangerschap gemaakt worden. Natuurlijk staat centraal of het hartje klopt en of je in verwachting bent van één of meerdere kindjes. Daarnaast kunnen we het embryo meten om uit te rekenen hoelang je ongeveer zwanger bent. Zorg in elk geval voor goede blaasvulling, dan krijgen we via de buik het beste beeld. Soms wordt deze echo inwendig gemaakt omdat de baarmoeder nog achter het schaambeen zit en zodoende via de buik geen duidelijk beeld verkregen kan worden. Deze methode is niet pijnlijk en veilig en geeft dus géén verhoogd risico op een miskraam.
Tussen 10-11 weken wordt de termijnecho gemaakt. Deze echo kan met goede blaasvulling, via de buik gemaakt worden. In deze periode groeit elk kind gelijk, zodat je met grote nauwkeurigheid de zwangerschapsduur kunt vaststellen. Oftewel, de uitgerekende datum wordt door verschillende metingen vastgesteld. Tijdens deze echo wordt de groei en de hartslag van het kind beoordeeld en is de kans op een miskraam verminderd van 10% naar 1-3%.
Als je na counseling besluit je kind te laten onderzoeken op down-, edwards- of patausyndroom, kun je vanaf 1 april 2017 kiezen voor de NIPT.
NIPT
De NIPT is een bloedonderzoek bij de zwangere en wordt vanaf 10 weken uitgevoerd. Het laboratorium onderzoekt DNA en kan zo onderzoeken of er aanwijzingen zijn dat je kind down-, edwards- of patausyndroom heeft.
In het bloed van de zwangere zit ook een klein beetje erfelijk materiaal (DNA) van de placenta (moederkoek). Dit DNA is bijna altijd hetzelfde als dat van het kind. Het laboratorium kan zo onderzoeken of er aanwijzingen zijn dat het kind down-, edwards- of patausyndroom heeft.
Het laboratorium kan ook andere chromosoomafwijkingen vinden bij het kind, in de placenta (moederkoek) en in zeer zeldzame gevallen ook bij de zwangere zelf. Dat noemen we nevenbevindingen.
Er zijn verschillende soorten nevenbevindingen: van heel ernstige tot minder ernstige aandoeningen. Van de 1.000 zwangeren die kiezen voor de NIPT (niet-invasieve prenatale test ), krijgen ongeveer 4 vrouwen te horen dat er een nevenbevinding is. Om zeker te weten om wat voor nevenbevinding het gaat, is vervolgonderzoek nodig. Dit is meestal een vruchtwaterpunctie of vlokkentest.
Als je voor de NIPT kiest, moet je zelf beslissen of je eventuele nevenbevindingen wilt weten.
Meer informatie over NIPT
Meer informatie over nevenbevindingen
De uitslag van dit onderzoek kan jullie geruststellen, maar kan ook zorgen voor onzekerheid en/of moeilijke keuzes. Bij een verhoogd risico wordt vervolgonderzoek aangeboden. Vervolgonderzoek kan in de vorm van een vlokkentest (tussen 11 en 13 weken) of een vruchtwaterpunctie (na 15 weken). Soms wordt een uitgebreide echo gedaan. Vervolgonderzoek is niet verplicht.
Aanbevolen website:
www.pns.nl
Website waarbij alle facetten van onderzoeken bij het ongeboren kind uitgelegd worden.
Aanbevolen folder:
‘De NIPT’ (other languages)
Vanaf 1 september 2021 is het mogelijk om het Eerste Trimester Structureel Echoscopisch Onderzoek (ETSEO) te laten uitvoeren. Deze echo wordt ook wel de 13 weken echo genoemd en kan vanaf 12+3 tot en met 14+3 weken zwangerschap worden verricht.
De 13 wekenecho is een medisch onderzoek naar lichamelijke afwijkingen bij de baby. De 13 wekenecho lijkt veel op de 20 wekenecho. Bij beide onderzoeken bekijkt een echoscopist met een echo-apparaat of de baby lichamelijke afwijkingen heeft. De echoscopist kijkt bij een 13 wekenecho bijvoorbeeld naar de schedel, het hart, de buik, de armen en benen en de wervelkolom. Ook kijkt de echoscopist naar de placenta en of het vruchtwater normaal is.
De baby is rond 13 weken kleiner en minder ver ontwikkeld dan bij de 20 wekenecho. Veel afwijkingen zijn nog niet te zien. Maar sommige, vaak ernstige afwijkingen wel. Die kunnen zo ernstig zijn dat de baby tijdens of vlak na de zwangerschap overlijdt. Het doel van de 13 weken echo is om deze ernstige afwijkingen vroegtijdig op te sporen. De echoscopist kan niet alles zien. Als zij geen afwijkingen ziet, is dit geen garantie dat de baby gezond is.
Voorbeelden van mogelijke lichamelijke afwijkingen:
- Open schedel
- Open rug
- Ernstige afwijkingen aan de hersenen
- Breuk of groot gat in de buikwand
- Ernstige misvormingen aan het gezicht
- Hartafwijkingen
- Afwijkingen aan armen of benen
Je kan alleen kiezen voor de 13 wekenecho als je meedoet aan de wetenschappelijke IMITAS studie. Het doel van de IMITAS studie is om te onderzoeken of de voordelen van de 13 wekenecho opwegen tegen de nadelen ervan. Klik hier om meer te lezen over de IMITAS studie.
Het onderzoek wordt vergoed door de zorgverzekeraar. Tijdens de eerste controle kun je meer informatie over deze echo krijgen als dit gewenst is.
Aanbevolen site:
www.pns.nl
Aanbevolen folder:
‘De 13 wekenecho en de 20 wekenecho‘. (other languages)
Met het Structureel Echoscopisch Onderzoek (SEO) kun je tijdens de zwangerschap laten onderzoeken of jullie kind lichamelijke afwijkingen heeft als een open ruggetje of open schedel. Verder wordt de ontwikkeling van de organen bekeken door een gespecialiseerd echoscopist. De 20 weken echo is geen garantie op een gezond kind. Niet alle afwijkingen worden namelijk voor de geboorte ontdekt. Soms worden er wél afwijkingen of bijzonderheden gezien die voor onzekerheden kunnen zorgen. Jullie kunnen dan in aanmerking komen voor een uitgebreide echo of mogelijk een vruchtwaterpunctie om meer te weten over de afwijking. De 20 weken echo wordt vanuit de basisverzekering vergoed.
Aanbevolen website:
www.pns.nl
Website waarbij alle facetten van onderzoeken bij het ongeboren kind uitgelegd worden.
Aanbevolen folder:
‘De 13 wekenecho en de 20 wekenecho‘. (other languages)
Veel zwangeren hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van zwangerschapsdiabetes (suikerziekte). Om suikerziekte op te sporen kan de OGTT (orale glucose tolerantie test) ingezet worden.
Doel van het onderzoek
Onderzoek bij verhoogd risico of verdenking op zwangerschapsdiabetes. Zwangerschapsdiabetes heeft te maken met het insulinegehalte. Het hormoon insuline zorgt ervoor dat glucose (suiker) uit de bloedbaan in de cellen kan worden gepompt. Glucose is de belangrijkste brandstofbron voor deze cellen. Bij zwangerschapsdiabetes is er vaak wel genoeg insuline, maar zijn de weefsels ongevoelig voor de opname van glucose. Hierdoor is de glucosewaarde in het bloed te hoog.
De voorbereiding op het onderzoek
Op de avond voor het onderzoek mag je vanaf 22.00 uur niet meer eten, roken en/of drinken. Alleen bij erge dorst ’s nachts mag een klein beetje water gedronken worden (dus geen koffie, thee, melk of limonade).
De gang van zaken
Op de dag van het onderzoek word je op de afgesproken tijd nuchter verwacht bij het Zuyderland geboortecentrum te Heerlen, afdeling T2.
Na een nuchtere bloedafname word je verzocht een suikerwateroplossing te drinken.
Vervolgens wordt 1 uur en 2 uur na inname van het drankje bloed geprikt.
Tijdens het onderzoek mag je niet eten en/of drinken en mag je niet gaan wandelen; je wordt verzocht op de afname locatie te blijven.
Na het onderzoek
Van het onderzoek zul je nauwelijks of geen hinderlijke gevolgen ondervinden. De smaak van het suikerdrankje is zeer zoet en zou als onprettig ervaren kunnen worden.
De tijdsduur van het onderzoek
Het onderzoek duurt tot ongeveer 2,5 uur. Bij een afwijkende uitslag ben je pas rond 12.30u klaar.
Na de derde bloedafname krijg je een broodje aangeboden.
De uitslag
Aan het einde van de test ontvang je direct de uitslag.
Bij een afwijkende uitslag krijg je direct een toelichting over de diabetesbox en uitleg over diabetes gravidarum (zwangerschapssuiker). De arts ziet alle patiënten met een afwijkende uitslag tussen 11.45-12.30u. Houdt rekening met deze tijdsduur bij het inplannen van de afspraak.
Deze video geeft duidelijke uitleg over de OGTT:
Mocht het nodig zijn, dan kan in de zwangerschap een groeiecho aangeboden worden om de groei van het kind te beoordelen. Deze echo wordt alleen op medische indicatie gemaakt, dat wilt zeggen bij een verwacht groot of klein kind of vanwege een andere complicatie die de groei van het kindje kan beïnvloeden. Meestal vindt deze echo tussen 28 – 34 weken plaats en indien nodig nog een laatste keer rond 36 weken.
Rond de 34e week van je zwangerschap wordt de liggingsecho gemaakt om vast te stellen of het kind in hoofdligging of in stuitligging ligt. Hierdoor verkleinen we de kans dat een stuitligging met het uitwendig zwangeren onderzoek gemist wordt.