Alle contactmomenten op een rijtje
De reguliere vervolgcontroles duren telkens 15 minuten. In de eerste helft van de zwangerschap heb je elke 4 weken een controle, maar deze frequentie zal oplopen naarmate de zwangerschap vordert.
Het algemene controleschema:
0 tot 24 weken: om de 4 weken
24 tot 30 weken: om de 3 weken
30 tot 36 weken: om de 2 weken
36 tot 41 weken: elke week
Afhankelijk van je persoonlijke situatie zijn meer of minder controles mogelijk. Dit zullen we altijd samen bespreken.
Persoonlijke aandacht
Elke controle begint met een gesprek, waarbij centraal staat hoe je je voelt en hoe je de zwangerschap beleeft. Uiteraard is er genoeg gelegenheid tot het stellen van vragen en het uitdiepen van klachten.
Tijdens de controle bij 16 weken krijg je een zwangerschapsverklaring mee, die je aan de werkgever kunt geven om je zwangerschapsverlof aan te vragen.
De geboorte komt uitgebreid aan bod tijdens het consult bij 36 weken. Er wordt dan extra tijd gereserveerd om jullie persoonlijke wensen t.a.v. de bevalling hier te bespreken. Mocht er eerder behoefte zijn om de bevalling door te nemen, laat het ons dan weten.
Lichamelijk onderzoek
- Tijdens iedere controle wordt de bloeddruk gemeten.
- Uitwendig zwangeren onderzoek. Elke controle wordt gevoeld naar de groei van de baarmoeder en vanaf ongeveer 28 weken naar de ligging van het kindje. Op het einde van de zwangerschap controleren we of de baby goed indaalt in het bekken.
- Elke controle wordt naar de hartslag van het kindje geluisterd met de doptone.
- Tijdens de controle met 27 weken wordt bij de zwangeren die rhesus C of D negatief zijn, extra bloed geprikt om te screenen op mogelijke antistoffen.
- Bij 30 weken zwangerschap wordt nogmaals het ijzergehalte bepaald in het bloed, middels een vingerprik.
Tijdens de controle bij 33-34 weken wordt een liggingsecho gemaakt om zeker te weten of het hoofd van de baby beneden ligt.